Griffier onmisbare schakel in versterking raads- en statenleden

De Directie Democratie en Bestuur van het Ministerie van Binnenlandse Zaken onderzoekt momenteel in samenwerking met de verenigingen van raads- en statenleden, wethouders, burgemeesters en griffiers de verdere doorontwikkeling van het dualisme en het versterken van de kaderstellende en controlerende rol van raden en staten.

De afgelopen jaren zijn er een hele reeks acties, onder ander via het programma Democratie in Actie, geweest om het decentrale bestuur te versterken, maar toenmalig minister Ollongren concludeerde dat, gezien de bestaande grote maatschappelijke en bestuurlijke opgaven, aanvullende acties en maatregelen noodzakelijk zijn. In de woorden van het Ministerie: “Een sterke decentrale volksvertegenwoordiging is van belang voor de verbinding van het bestuur met de samenleving, voor de kwaliteit van de democratische besluitvorming, het presterend vermogen van de overheid en voor een overheid die rechtvaardig, betrouwbaar en dienstverlenend is.”

Aan de hand van een gespreksnotitie spraken griffiers donderdag 17 november in Utrecht met ambtenaren van het ministerie over de verdere versterking van de positie van raden en staten. Daarbij informeerden en adviseerden zij over knelpunten en de urgentie en prioritering daarvan. Ook aanvullende wensen werden daarbij ingebracht. Ten slotte werd ook gekeken naar bestaande initiatieven die bredere navolging verdienen.

Aan de bijeenkomst, die werd voorgezeten door de burgemeester van Nissewaard, Foort van Oosten, namen Margiet Veeger (griffier gemeente Lisse), Iroy Konings (plv. griffier gemeente Vlaardingen), Rosanne Slootweg (griffier gemeente Castricum) en alle drie lid van de commissie Openbaar Bestuur), Alexander Pregled (griffier provincie Limburg), Onno Vliegenthart (griffier gemeente Krimpen a/d IJssel) en Wim Voeten (griffier gemeente Etten-Leur) deel. Namens het bureau van de vereniging was bestuursadviseur Ralph de Vries aanwezig. Vanuit het Ministerie schoof onder andere Anja Lelieveld, programmamanager digitale overheid aan.

Knelpunten
Een ronde langs de griffiers leverde knelpunten op als de uitholling van de rol van de raad bij intergemeentelijke en regionale samenwerking, de toenemende druk op gemeenten als uitvoeringsorganisatie van Rijksbeleid en daarmee de afnemende beleidsruimte voor raden en staten bij decentralisaties, de bestaande werk- en vergaderdruk bij raden en griffies en het verhardende politieke klimaat.

Maar ook ideeën voor het oplossen van dergelijke knelpunten kwamen op tafel. Griffiers zijn niet voor niets geïnteresseerd in het zoeken en vinden van oplossingen ter verbetering van het functioneren van raden en staten.

Oplossingen
Breed draagvlak bestaat voor het permanent aanbieden van trainingen en workshops voor raads- en statenleden om meer kennis en kunde op te blijven bouwen. Feitelijk een Democratie in Actie deel 2. Daarnaast experimenteren een reeks gemeenten momenteel met het instrument gemeentelijk statuut. Dit biedt perspectief om afspraken te maken over de onderlinge werkwijze tussen raad en college en in de raad zelf, terwijl dit ook het gesprek over de gewenste bestuurscultuur op de agenda zet.

Daaruit volgend bepleiten griffiers ook het meer en beter trainen en begeleiden van (nieuwe) ambtenaren in het licht van het democratische besluitvormingsproces, waarbij de raad of staten uiteindelijk op een voorstel een klap geven. Maar ook de soms lastige positie van de griffier verdient meer aandacht en bescherming. Enerzijds ten aanzien van de bestaande werkdruk en anderzijds met het oog op de onafhankelijkheid van het ambt. Een voortzetting van het trainen van de werkgeverscommissie is gewenst, maar ook het hanteren van een norm ten aanzien van de minimale omvang van griffies is daarbij van wezenlijk belang. De vaststelling van één functieprofiel voor griffiers vereist eveneens nadere invoering en toepassing. Ten slotte moet de griffie(r) bescherming en veiligheid genieten om zijn/haar onafhankelijke rol in dienst van de gehele gemeenteraad te kunnen vervullen. Aantasting daarvan in de vorm van onheuse bejegening of regelrechte bedreiging is onaanvaardbaar en vraagt om een gerichte aanpak over normbesef en omgangsvormen.

De in de gesprekken met de diverse verenigingen geuite suggesties voor het verbeteren  van de positie van decentrale volksvertegenwoordigers dient als basis voor het opstellen van nieuw en aanvullende beleid. Daarmee wordt dit onderdeel van een bredere inzet van de minister van BZK. Die inzet bestaat uit het investeren in de onderlinge samenwerking met het decentraal bestuur, zorgen voor een passende verdeling van taken en bevoegdheden van het bestuur, en zorgen voor een balans tussen ambities, taken, middelen en uitvoering. Wordt vervolgd dus.